De geboorte van de gotische
tracering
is nabij wanneer bij de herbouw van de
kathedraal van Chartres,
na de brand van 1195, de bouwmeester de vensters van de
lichtbeuk
ontwerpt.
We hebben het hier over het modernste gebouw van zijn tijd. Hier gaat de
vroeggotiek over in de hooggotiek, onder meer door de revolutionaire
overwelving.
Ook deze de vensters markeren de nieuwe tijd.
Tot dan was een venster ongedeeld of, als het niet te groot was,
hoogstens door een
deelzuiltje
in tweeën gedeeld.
Ook werden wel twee
lancetvensters
samen met een
oculus
in een boog gevat, een
opzet die wel in
kloostergangen
te zien is.
Maar bij de lichtbeukvensters van Chartres zweeft boven twee
gekoppelde lancetvensters een
rondlicht
dat vanwege zijn rijke opzet welhaats een
roosvenster
lijkt. Deze opzet wordt kort nadien in de
kathedraal van Reims
nagevolgd,
iets ranker en dan onmiskenbaar een echte tracering.
Daarom kunnen de
gekoppelde lancetvensters met een rondlicht erboven gezien worden als de directe
voorloper van de hooggotische tracering.
Tekst: Jean Penders (06-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders